dinsdag 27 december 2011

Mammoettanden uit onverwachte hoek

Ja, deze mammoettanden komen niet alleen uit een onverwachte hoek, maar ook in een onverwachte verpakking en in een onverwacht formaat.
Wat is er zo onverwacht aan? Wel, mammoettanden worden doorgaans in de grond ontdekt. Naar boven gekomen door gesmolten ijs, opgevist uit zee of zichtbaar geworden in drooggevallen rivierbeddingen. Ze zijn dan niet mooi verpakt en doorgaans een stukje groter dan het formaat waarin ik ze kreeg.

Maar deze tanden hebben een ander verhaal. Ze komen van 184 meter hoog uit de Space Needle in Seattle, Washington USA. Ik kreeg ze als souvenir in een plastic buisje waarop stond: ’Wooly Mammoth Chips’. Het waren kleine stukjes gefossiliseerd ivoor, afkomstig van de wolharige mammoet, de Mammuthus Primigenius.
Er moest een reden zijn waarom ze juist daar in Seattle, op de Space Needle deze stukjes mammoettand verkopen. Dat was al snel uitgevogeld.

De Space Needle is een grote toeristische attractie in Seattle. De toren is geplaatst ter ere van de wereldtentoonstelling van 1962. Het is het symbool van Seattle en trekt veel bezoekers. Deze bezoekers kunnen van een hoogte van wel 184 meter kijken naar het Olympic Peninsula. En daarmee is de verkoop van dit bijzondere souvenir verklaard want het Olympic Peninsula is een belangrijke vindplaats van mammoetresten.

Mammoetresten tref je doorgaans in een museum aan en het is een unicum ze zelf in bezit te hebben. Maar soms vinden ze op een opmerkelijke manier ook hun weg naar het huis van een kleine verzamelaar zoals ik.

maandag 12 december 2011

Zeeklit met keurig kapsel

Een mooi gekamd hoofdje, daar dacht ik meteen aan toen ik het karkas van dit mooie schepseltje vond. Het keurig gekapte bolletje is van een zeeklit.

De naam strookt helemaal niet met hoe de zeeklit eruit ziet. Alle haartjes liggen zo mooi in de plooi dat ‘zeecoupe’ wel een goede benaming was geweest. Of nóg deftiger : ‘zeecoiffure’. Ik vond het dan ook erg grappig toen ik las dat een zeeklit ook wel ‘hartegel’ wordt genoemd.
Met ‘coiffure’ nog in mijn hoofd sprak ik dit helemaal verkeerd uit: ‘harte-gel’ terwijl dit natuurlijk ‘hart-egel’ moet zijn.
Tot nu toe weten we nog niet veel meer van de zeeklit dan de parodie van namen die ik er op heb losgelaten. Maar wat is een zeeklit nou eigenlijk? 

Het is een grote hartvormige zee-egel. Het kale, erg breekbare skelet ligt vaak op het strand. Als ze nog leven, dan zijn hun lichamen overdekt met een zeer groot aantal dunne, korte stekels. Die liggen plat op het lichaam liggen en zijn naar achteren gericht. Het lijken meer op stugge haartjes dan op stekels, waardoor een levende zeeklit meer weg heeft van een harige aardappel. In het Engels worden ze dan ook ‘zee-aardappel’ genoemd.

Zeeklitten leven ingegraven in de zeebodem, ze houden een tunnel open naar het bodemoppervlak waar ze extra lange zuignap-voetjes doorheen steken. Met deze gevoelige voetjes zoeken ze op de oppervlakte van de zeebodem naar organisch afval. Vervuiling van de zeebodem met olie heeft daarom een nadelige invloed op ze.
Omdat de zeeklit in het zand leeft en een breekbaar skelet heeft, is hij erg gevoelig voor bodemverstoring. Als hij in een visnet terecht komt, is er weinig kans dat hij het overleeft, omdat hij met zijn tere skelet al snel platgedrukt wordt.

Nederlandse vissers noemen de zeeklit ook wel koeten-ei of zandbollen. In de wat noordelijker gelegen visgebieden, zoals de Oestergronden, kan een bodemvisnet (boomkor bijvoorbeeld) geheel gevuld met zeeklitten boven water komen, zo dicht opeengepakt leven ze soms op de bodem. En een visser vist op vis, niet op zeeklitjes, dus wanneer een visser een net vol met deze fragiele schepseltjes naar boven haalt, dan is hij daar niet blij mee.
Als de zeeklit sterft, dan laat haar lichaam daarna weinig sporen meer achter. De stekelhaartjes laten namelijk al heel snel los en de karkasjes zijn zo bros, dat het niet lang duurt voor ze helemaal zijn vergaan.
We waren dus beiden geluksvogels die dag op het strand. De zeeklit, omdat zij nu een prachtig plekje in een vitrinekast krijgt en ik, omdat die vitrinekast de mijne is.

zondag 4 december 2011

Rare (ijzeren) vogel

Op het strand speur ik doorgaans naar fossiele botten, scherven en schelpen, maar soms kom ik vreemde dingen tegen. Er ligt werkelijk van alles. Zo vond ik er ooit een identiteitsbewijs van een Belg, hij was zijn id al jaren kwijt en intussen was het jochie van de foto al uitgegroeid tot een stoere kerel.
En wat te denken van een computerbeeldscherm? Het is duidelijk dat computertechnologie zich niet alleen aan land snel ontwikkelt, maar ook aan boord van schepen niet stilstaat. Ook daar gaan de oude soms ook letterlijk overboord om plaats te maken voor hun platte concurrent.
Het meest vreemde wat ik toch wel in het zand heb zien steken was een kunstgebit, vast onbedoeld overboord gegaan tijdens een woelig vaartochtje.

Maar soms liggen er onbekende stukken metaal, die je niet kunt laten liggen omdat ze er te opmerkelijk uit zien. Dat was ook zo met deze stukken materiaal.
De gepopte constructie kon wijzen op stukken van een vliegtuig. Mijn fantasie sloeg meteen op hol en ik bedacht allerlei spannende scenario’s.

Daar moest ik méér van weten en waar weten ze veel van vliegtuigen? In het Aviodrome!
Ik mailde ze foto’s van de stukken metaal en wachtte nieuwsgierig op antwoord. Dat kwam.

De museummedewerker van het Aviodrome vertelde dat de scherven wat aan de kleine kant waren om het exact te kunnen beoordelen, maar dat ze waarschijnlijk van een Duits vliegtuig zijn geweest. Vermoedelijk van een Junkers 52. Deze vliegtuigen zijn tijdens de tweede wereldoorlog onder andere in Katwijk geland op het strand om troepen af te zetten. Sommige konden niet meer weg omdat ze vastgezogen zaten.

Ook werden er vele vanuit de lucht door Nederlanders vernietigd. Nederland hield het niet lang vol maar zag wel kans om een groot deel van de Duitse luchtvloot te vernietigen. Verder werden er in de eerste dagen veel Duitse elite troepen gevangen genomen en onmiddellijk op de boot naar Engeland gezet in krijgsgevangenschap. Mede hierdoor kon Hitler Engeland niet met overmacht aanvallen en konden de Engelsen de aanval afslaan.

Met dit opmerkelijke verhaal kreeg ook een niet-fossiel stukje ijzer een belangrijke plaats in onze geschiedenis.