maandag 31 januari 2011

In Jacoba's kannen en kruiken

Al een tijd geleden schonken familieleden mij een enorme doos met potscherven. Ik toog er mee naar het Museum van Oudheden (MvO) in Leiden. De conservator daar liet alle fragmenten door haar handen gaan. In een tempo waarop een veilingmeester jaloers zou zijn, beschreef zij het ene na het andere fragment.
Onder de potstukken bevond zich een fragment van een Jacobakannetje. Het is waarschijnlijk afkomstig uit de omgeving waar de oude abdij van Leeuwenhorst heeft gestaan.

Jacobakannetje

Een Jacobakan is een drinkkan uit de middeleeuwen. Rond 1350 werden ze massaal in Siegburg gemaakt. De kan is gemaakt van Rijnlands steengoed. Dit steengoed bestaat uit kleisoorten die een temperatuur tot 1350 graden kunnen doorstaan! Net zoals de urinekruikenklei, was ook de klei voor het Rijnlands steengoed niet in Nederland te vinden. Die vond men in de omgeving van het Duitse Siegburg. Maar van waar de naam Jacobakannetje of kruikje?

Die heeft alles te maken met het stulpje dat Jacoba van Beieren tot aan haar dood bewoonde: Het slot Teylingen. In de slotgracht vond men grote hoeveelheden van dezelfde soort kannetjes en sindsdien hebben ze de naam 'Jacobakruik' gekregen. Maar waarom lag die slotgracht dan vol met kruikjes? Daar bestaan verschillende mythes over. Eentje is dat de nog jeugdige Jacoba, door haar neef Philips de Goede van haar bezittingen beroofd, stevig aan de drank was geraakt.
Als ze haar wijnkannetje leeg gedronken had dan gooide ze dat achter zich over haar hoofd in de gracht. Er bestaat zelfschs een Oudt Hollandsch gedigt:

"Dit 's Vrouw Jacoba's kannetje, gelooft,
Die hier maar eens uyt dronck,
Smeet het dan over 't hooft,
In de vijver dat het sonck"

Een andere mythe is dat ze uit verveling kannetjes is gaan maken en die uit dezelfde verveling over haar schouder de slotgracht in wierp. De Jacobakannetjes waren niet naar ieders smaak, daar viel vroeger ook al niet over te twisten:

'De menigte van zoogenaamde 'Jacobakannetjes' in de grachten van het kasteel gevonden, gaf aanleiding tot de dichterlijke overlevering, die verhaalde van de treurende vorstinne, vruchteloos beproevend haar bitter leed te vergeten en den eindeloos langen dag te verkorten door het vormen van die aarden kruikjes, en tot op dezen tijd is haar naam aan sommige welbekende gewrochten der pottebakkerskunst verbonden.'

Voor mij zit de schoonheid van het kannetje ook meer in de onderkant ervan. In de golvende structuur zijn namelijk de duimafdrukken te zien, die er 700 jaar geleden (door Jacoba?) in zijn gemaakt. Je kunt er zo je duim nog inleggen en het verleden even aanraken.