vrijdag 19 augustus 2011

En garde!

'En garde' met de zwaardschede
Tijdens een wandeling op het strand zie je ze soms bij bossen liggen, in de volksmond noemen we ze ‘messen’. Het gaat in het algemeen om zwaardschedes. Die leven tot zo’n 50 centimeter diep, verticaal ingegraven in de bodem. Ze eten plankton, dat ze uit het water filteren. Alhoewel de zwaardschedes fossiel lijken, zijn ze dat niet. Tenminste, niet in Europa. Het zijn zogenaamde exoten, dat zijn organismen die zich hebben gevestigd in een land waar ze oorspronkelijk niet vandaan komen. Voorbeelden hiervan zijn het konijn in Australië, het varken op Hawai, de Amerikaanse zwaardschede in Nederland en het edelhert in Nieuw-Zeeland. 
De zwaardschede is dus een jonkie tussen de fossieltjes. Toch verdient deze lange lijs onder de schelpen een plekje tussen de oudjes. Alleen al om de fantastische eigenschap zich razendsnel in het zand terug te kunnen trekken. Hoe doet-ie dat toch? Wel, met zijn voet! Die is onderdeel van zijn vleesachtig lichaam en met deze voet kunnen de zwaardschedes zich razendsnel diep ingraven.
De voet wordt uit de schelp gestulpt (waarbij hij langer dan de schelp zelf kan worden), dringt de bodem in en zwelt vervolgens aan het uiteinde op, waardoor de voet zich in de bodem verankert. Vervolgens trekt de voet zich samen waardoor de schelp de bodem in getrokken wordt, waarna de beweging zich herhaalt.

Slechts éénmaal zag ik ze dat op het strand doen, met wel honderden tegelijk. Daar waar de één zich in een paar seconden in het zand terug trok, daar kwam een ander binnen enkele seconden uit het zand schieten. Er waren ook schuinsmarcheerders bij, die kwamen en gingen scheef de grond in en uit. Het leken wel schermers, in een dans van aanvallen en ontwijken.
Wat was het een fantastisch gezicht, zo’n veld met wuivende schelpen. Veel mooier dan doorgaans de bergen met aangespoelde heften, leeg achter gelaten door een stel uitbuikende meeuwen.
Ik had graag in dit artikel een foto van het wuivende veld willen tonen, maar op zulke momenten heb je natuurlijk nooit een fotocamera bij je. En hoe zeldzaam zo'n sierlijk bewegende heftenmenigte is, blijkt wel uit het feit dat ik er ook geen enkele foto van op het net heb kunnen vinden.
Maar misschien is er een geluksvogel die dat moois wél heeft vastgelegd en dit wil tonen in dit artikel. Wees welkom!