woensdag 18 mei 2011

Uitgekauwd

Fragment varkenskaak
 met kiezen
Tanden zijn de hardste onderdelen van het lichaam. Ze zijn nog harder dan botten. Dat moet ook wel, want tanden worden intensief gebruikt om voedsel te verscheuren en te vermalen. Dieren gebruiken hun tanden niet alleen om prooien te vangen, maar ze laten hun tanden ook zien als verdediging.
 
Omdat tanden zo hard zijn, blijven ze lang bewaard en doorstaan ze de tand des tijds, ook al is het dier al lang dood en vergaan. Dat blijkt wel uit de tanden en kiezen die ik op het strand vond.
  
 
Fragment konijnenschedel met tandjes

Groot en klein heb ik ze aangetroffen: een konijnentand, de kies van een bizon en rund, een varkenskaakje met nog wat kiezen erin en zelfs de tand van een mammoet.

Fragment onderkaak rund met enkele kiezen
  


Fragment mammoettand
 De mammoet was een dier dat letterlijk met lange tanden at.Van figuurlijke tegenzin kon geen sprake zijn als je je voedde met 200 kilo gras per dag

Ook een ander groot dier, zoals de bizon, kreeg het aardig voor haar kiezen met het eten van taaie grassen en mossen. Gelukkig was het maalgebit van de bizon perfect aangepast, zodat ze dit taaie voedsel moeiteloos aankon.


Tanden hebben, zoals gezegd, dus twee hoofdfuncties. Aan de ene kant zijn het wapens waarmee ze zich met hand en tand kunnen verzetten, zoals roofdieren. De andere hoofdfunctie is het zetten van de tanden in voedsel. Vleeseters knippen hun prooi ermee in kleinere stukken en planteneters kauwen en herkauwen er hun voedsel mee.
Aan de vorm van tanden is te zien wat voor dieet het dier heeft, bijvoorbeeld een herbivoor, een carnivoor of een insectivoor.

Slangen hebben een holle tand, dat is de giftand.Deze giftand is een ingebouwde 'injectienaald' waarmee slangen figuurlijk kunnen laten zien dat ze 'haar op hun tanden' hebben. Bij elke beet kunnen zij andere dieren, een prooi of vijand, een dosis dodelijk of verlammend vergif toedienen. Slangen hebben trouwens meer tanden in de rechterkaak dan in de linkerkaak. Dat is een voordeel bij het eten van huisjesslakken omdat een slakkenhuisje altijd rechtsgewonden is. De slang bijt haar linkertanden er dus aardig op stuk als ze een linksgewonden slak tegen komt. Gelukkig zijn linksgewonden slakken zeldzaam dus het is geen groot voedselprobleem voor de slang.   

De rode pijl wijst naar de plek van de eitand
Ook reptielen, vooral schildpadden zetten een tandje bij wanneer zij uit het ei moeten kruipen. Daarvoor zijn ze uitgerust met een zogenaamde eitand. Het hoeft daarbij niet per se een in de kaak gegroeide tand te zijn.

Bij schildpadden is het meer een verstevigde schub in plaats van een tand, maar de functie is hetzelfde. Veel eierschalen zijn namelijk niet alleen hard zoals bij een kip, maar ook taai, waardoor kracht alleen (jonge dieren zijn uiteraard niet zo sterk) niet genoeg is; zonder deze tand komen veel jongen het ei niet eens uit.

Met de eitand kunnen de zuigelingen met recht een tandje bijzetten. Daarmee blijkt weer eens hoe fantastisch het technische inzicht van moeder natuur is.