zondag 23 januari 2011

Mam (ont)moet neefje van Flipper

Tenminste, een deel er van dan. Op het Katwijkse strand vond ik een half schedeldeel van een bruinvis, een dolfijnachtig zoogdier.


Ze horen allebei tot de familie van de walvisachtigen. De bruinvis is echter een stuk kleiner dan de dolfijn en heeft ook een stompere snuit. Hun rug is donkergrijs en hun buik is helderwit.
Waarom zeggen we dan dat ze 'bruin' en 'vissen' zijn? De verklaring hiervoor is dat vroeger, toen men nog weinig van dieren wist, alles wat in de zee leefde, 'vissen' noemde. Met de diverse kleuren nam men het ook niet zo nauw, alle grauwe kleuren werden gewoon 'bruin' genoemd. Maar je komt wel vreemdere namen tegen in de natuur. Zo heb ik thuis een vogelgids waar de vreemdste namen in staan.

Wat te denken van een 'kwak', een 'woudaapje', een 'brilduiker', een grote en een kleine 'trap', een 'bosruiter', een 'bokje', een 'scharrelaar', een 'snor', een 'baardmannetje', en een 'kneu'? Echt hoor. Stel je voor dat je tegen iemand zegt dat je twee 'snorren' in de boom ziet zitten, of je zegt twee 'bokjes' te zien vliegen. Hoogstwaarschijnlijk wordt er gedacht dat je ze zelf ook ziet vliegen. Vooral als je twee exemplaren van de 'kneu' aan een vetbolletje ziet pikken. Pikkende 'kneus'?