Vuurklok met platte kant |
Een vuurklok, zo hoorde ik, was een kap die men rond
de 17e eeuw gebruikte om een open vuur in huis af te dekken. De huizen waren koud en vochtig in de winter. Daarom maakte men
in huis een open vuur in een zogeheten vuurplaats. Dat was geen klusje zonder
gevaar. De meeste huizen waren tot in de Middeleeuwen van hout, riet en leem
gemaakt. Er is weinig voorstellingsvermogen voor nodig wat er gebeurt met een vonkje in het riet.
Kleine huizen hadden daarom in de Middeleeuwen één tegen
de wand gemetselde schoorsteen. Daar bevond zich de vuurplaats waarin het vuur
werd gemaakt dat ’s nachts met een vuurklok werd afgedekt. Door de constructie
van de vuurklok bleef het vuur heel zachtjes smeulen en kon het de andere
morgen weer eenvoudig worden aangewakkerd.
Tondeldoos |
Maar waarom niet gewoon het vuur doven en de andere
morgen weer aansteken? Omdat dat ‘niet gewoon’ ging. In die tijd beschikten ze
nog niet over de o zo handige zwavelstokjes om vlam te maken. Daarvoor had je
een tondeldoos nodig. Dit was een doosje met tondel, een licht ontvlambaar materiaal, zoals bijvoorbeeld vlas of de tondelzwam. De tondelzwam bestaat uit heel fijne vezels die heel snel ontbranden. De ijsman Oetzi had ze ook bij zich om vuur te maken. Deze zwammen groeien nog steeds overal op dode bomen. Bij de tondeldoos hoorde nog een metalen ring (de vuurslag) en je had ook een vuursteentje nodig.De vuursteen werd op de ring geslagen en met de vonk die daarbij
vrij kwam, kon je het vlas of de tondel laten branden. Tenminste, als je behendig
was. Het was namelijk nog een hele kunst om de boel in vuur en vlam te krijgen.
Bovendien was zo’n tondeldoos duur. Men wilde daarom graag ’s nachts het vuur zachtjes
laten smeulen. Met al dat hout, riet en leem in de buurt moest dat natuurlijk
wel veilig gebeuren en daarvoor werd een zogenaamde ‘vuurklok’ gebruikt.
Vuurklok rond |
De klokvormige stolpen vuurklokken waren gemaakt van
aardewerk, soms voorzien van luchtgaatjes en één of meer handvaten. Soms hadden
ze een tuit die dezelfde functie had als de luchtgaatjes. Deze luchtgaatjes zaten
er in om het vuur ‘s nachts niet te laten uitgaan. Er waren twee typen
vuurklokken:
- ronde vrijstaande modellen;
- halfronde exemplaren die tegen de wand geplaatst kunnen
worden, bij een schouw met een vlakke stenen achterwand.
Vuurklok rond |